Het is woensdagmiddag 14.45 uur als ik Tim app dat ik 15.00 uur niet ga redden. Hij had al zo’n vermoeden. Op mijn to-do lijstje werden de afgelopen dagen meer dingen toegevoegd dan weggestreept. En dat had Tim al in de gaten.

Als ik om 15.45 uur naar huis fiets bedenk ik wat ik zal gaan doen. Alvast naar de sportschool? Dan hoef ik morgen niet. Een ommetje om mijn hoofd leeg te lopen? Nog even voor school bezig zodat mijn lijstje toch wat korter wordt? Even in huis aan het werk? Of gewoon niks?

Bij thuiskomst ben ik er al snel achter dat het geen één van bovenstaande invullingen wordt. Tim heeft het plan in de groep gegooid om de woonkamer te veranderen en Liv is enthousiast. Ik kijk hun bedenkelijk aan. Menen jullie dit nou echt? Op woensdagmiddag? Waarom?

Zij houden van verandering. Ik niet! Ik laat het liefst alles altijd op dezelfde plek staan! Met dezelfde kleuren en dezelfde accessoires. Heel soms komt er wat bij of gaat er wat weg, maar dat zijn kleine veranderingen.

De woonkamer veranderen is dus echt niet mijn ding. Maar ja, het is 2 tegen 1! De bank wordt van de muur getrokken, het kleed gaat naar buiten voor een uitklopbeurt, alle accessoires worden op tafel gezet, de tv wordt met grote voorzichtigheid verplaatst en ook de rest wordt bij elkaar geschoven. In een kwartier tijd is het één grote chaos.

Dan start het inrichten. Liv en Tim beginnen te schuiven en ik volg de aanwijzingen op. Ik haal af en toe een stofzuiger en dweil door een hoek en kijk ondertussen toe. Ik mopper er ook wat bij, want wie bedenkt dit nou? Terwijl er wordt geschoven wordt het eten ook nog even warm gemaakt. Tim had ’s middags al gekookt (ja, dat doet hij regelmatig). We eten tussen de rommel en rommelen na het eten verder.

Als ik om 20.30 uur eindelijk gedoucht ben steek ik de kaarsje aan. Het ziet er gezellig en netjes uit. Het voelt nog niet als mijn woonkamer, maar ik denk dat ik er wel aan kan wennen.

Voor de nieuwe lezers:

Sinds december 2012 wonen wij in een meergeneratiewoning. We delen de voordeur van ons fijne huis. Mijn moeder woont beneden en wij wonen met ons gezin boven. We hebben onze gezamenlijke voordelen, maar ook onze eigen privacy. Destijds was het een bijzondere stap en nu is het zo gewoon. Gewoon voor ons en de mensen om ons heen. En dus vertellen we er zelden nog over. En zo komt het wel eens voor dat mensen bij ons aanbellen, de gang instappen en niet meteen achter ons aan komen als we de trap op lopen. “Kom maar hoor” moeten we dan even zeggen; “wij wonen boven!”

Komen jullie ook even boven kijken?

Je houdt misschien ook van...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *