Verdriet is het gevoel dat boven komt als…
- ik denk aan papa die bij mij op de bank zit.
- ik een kopje cup á soup eet in papa’s favoriete smaak.
- ik papa zoek tussen de visite op een verjaardag.
- ik een opa met zijn kleinkind zie fietsen.
- ik in papa’s trainingsbroek op de bank zit.
- ik Aïsha zie huilen omdat papa nu niet weet dat ze een vast contract heeft.
- ik hoor wat de kinderen uit mijn klas afgelopen weekend met hun opa en oma hebben gedaan.
- ik foto’s van het Sunday Morning Team (papa’s fietsclubje) zie zonder papa.
- ik een bejaard echtpaar een fietstochtje zie maken.
- ik scampi’s bestel in een restaurant.
- ik Liv hoor mompelen dat opa zijn fiets is vergeten mee te nemen…
- ik een oude man hardop hoor twijfelen tussen streekpost of overige bestemmingen.
- ik ome Herman alleen zie werken in Rebecca’s nieuwe huis (papa had vast graag geholpen Rebec).
- ik een vader met zijn dochters in de stad zie lopen.
- ik zie dat de Gallo Rosé in de aanbieding is.
- ik niet zeker weet wat papa van mijn beslissing zou vinden.
- ik een jonge vent lol zie hebben met zijn schoonvader.
- ik eraan denk dat Ajax wel eens kampioen zou kunnen worden.
- ik zie dat één van "mijn" kinderen opgehaald wordt van school door hun opa.
- ik denk aan alles wat ik ooit met papa samen deed.
- ik denk aan alles dat papa missen moet.
- ik Liv hoor praten over de sterretjes.
Verdriet is een heleboel IK! En IK ben de enige die voor dat verdriet een plekje kan zoeken. Helaas zit mijn kast momenteel vol en draag ik het verdriet dus "gewoon" met mij mee. Ik moet mijn kast dus nodig opruimen om plek voor andere dingen te maken. Toch is een boekenkast van 26 jaar niet zo makkelijk op te schonen. Voor zo’n dik boek als deze maak je niet makkelijk plek. Opruimen is ook iets waar je tijd voor moet hebben en echt aan toe moet zijn. Het gebrek aan tijd en inzicht in de juiste plek voor het boek zorgen ervoor dat dat plekje er nog niet is. Ook de zin is er niet… IK wil nog niet opruimen, het verdriet hoeft nog geen plekje te kruigen. Het verdriet hoort in mijn lichaam, in mijn hart en in mijn ziel. Ooit komt er plek in mijn kast en tot die tijd draag ik het (graag) dag en nacht met mij mee!
Papa, je hoort bij mij!